09 Het onderwijs

De kinderen van de eerste bewoners van De Krim gingen zelden of helemaal niet naar school. Zeker gedurende de zomermaanden werkten ze met hun ouders in het veen en ‘s winters waren de weeromstandigheden de grote spelbreker. Slechts een klein aantal, hoofdzakelijk kinderen van de middenstanders, bezocht de openbare school in Slagharen of in Oud-Lutten.

Het duurde tot 1875 voor het gemeentebestuur van Gramsbergen een school in De Krim liet bouwen.Dat was natuurlijk een openbare school, bedoeld voor iedereen, maar lang niet elk kind kwam. Er was immers nog geen leerplicht en ‘t waren weer de arbeiderskinderen, die het meest verzuimden.

Het schoolgebouw stond in de lengterichting aan de Hoofdweg 109 en het telde vier lokalen. Een van de eerste schoolhoofden, meester Jan Broekman, was een dorpsonderwijzer van de oude stempel. Hij bleef gedurende zijn hele loopbaan, to 1927, aan zijn schoolverbonden. Broekman was zeer betrokken bij de gemeenschap en fungeerde tientallen jaren als secretaris van de dorpsvereninging “De Eendracht”, die op alle mogelijke manieren de levensomstandigheden probeerde te verbeteren.Regelmatig trok hij de veengebieden in om zich persoonlijk van de schrijnendste armoede op de hoogte te stellen.

Opmerkelijk voor die tijd was zijn houding, toen voorstanders van bijzonder onderwijs een christelijke school wilden stichten. Hij had hier alle begrip voor en legde de ouders, wier kinderen om deze reden zijn school verlieten, geen strobreed in de weg. Die houding werd ook ingegeven door zijn opvatting, dat hier bijna alleen Gereformeerden waren, die voor de nieuwe school kozen. Daarin vergiste hij zich echter. Meester Broekman kreeg veel opvolgers, maar niemand hield het zo lang uit als hij. Het schoolgebouw werd na de komst van de eerste christelijk school in 1900 nooit meer helemaal bevolkt. Toen het leerlingenaantal later toch weer langzaam steeg, werd deze aanwas door de stichting van de Hervormde school in 1932 weer tenietgedaan. Hierdoor kwam er een leslokaal in gebruik bij meubelland Sipkema en een ander diende als opslagplaats voor de voetbal – en de korfbalvereniging.

In 1951 brandde het gebouw uit en het werd vervangen door een nieuwe school met twee lokalen op dezelfde plaats.Toen kwam ook de naam “Klimop” in gebruik. In 1976 kreeg het openbaar onderwijs in De Krim de beschikking over een nieuwe school aan de Marsstraat met vier lokalen en een kleuterspeellokaal. De school, inmiddels al weer uitgebreid, heet nu officieel “Openbare basisschool Klimop”. Ze telt nu (2006) zestig leerlingen en negen (deels part-time) leerkrachten. Het oude tweeklassige schooltje aan de Hoofdstraat werd verbouwd tot woning. De christelijke school “Rehoboth” leek aanvankelijk inderdaad een gereformeerde aangelegenheid te worden. Ongeveer vijftien jonge huisvaders, Groningse boeren, kwamen op 25 juli 1899 in het gebouw achter de Gereformeerde kerk bij elkaar en besloten tot de verwezenlijking ervan. Ze stichtten een schoolvereniging, brachten met lijstcollectes en giften f 1.800,- bijeen en dat bedrag volstond voor de bouw van een school met een leslokaal. De kosten van het gebouw, de leermiddelen, de verlichting en de verwarming moest de vereniging zelf betalen, maar de salarissen van het personaal kwam in 1899 al gedeeltelijk voor rekening van het rijk. Dat hield wel in, dat de jaarwedde van het eerste schoolhoofd, de heer Tijmen van de Kooy, ten bedrage van f 650,- volgens rijksnormen moest worden vastgesteld.

Het bestuur van de nieuwe school stond dus jaarlijks voor zware lasten, die door ouders en milde gevers via een zogenaamd suppletiefonds moesten worden gedragen. Pas in 1920 kwam de financiele gelijkstelling van het bijzonder en openbaar onderwijs tot stand. Rehoboth werd op 1 februari 1900 geopend met zevenentwintig leerlingen en een hoofdonderwijzer. Hoewel de school vanaf het begin gedragen werd door gereformeerde ouders en verenigingsleden, was de hervormde invloed niet te verwaarlozen. Zo was de eerste voorzitter van het schoolbestuur de welbekende Teele Horstra en hield de voormalige hervormde evangelist W.J. Eger de openingsrede in de Gereformeerde kerk.

Ondanks de hoge eigen bijdragen groeide de school voorspoedig. In 1901 werd het tweede lokaal aangebouwd, in 1902 het derde en in 1905 het vierde.Toen de heer Van de Kooy in 1907 vertrok, waren er honderdeenentachtig leerlingen, werden de salarissen van de vier personeelsleden volledig vergoed, maar bleven de overige kosten voor de rekening van de schoolvereniging. Het is eigenlijk een wonder dat deze, inclusief de steeds terugkerende verbouwingskosten, allemaal betaald konden worden. De schoolbevolking bestond inmiddels uit alle gereformeerde kinderen en een aanzienlijk aantal hervormden. In 1907 riep men een ULO afdeling in het leven, die echter in 1926 weer opgeheven werd. In 1921 was nl. in Coevorden aan de Paul Krugerschool ook een ULO afdeling gesticht, die over meer ruimte, maar vooral over meer gediplomeerde leerkrachten beschikte. De gelijkstelling in 1920 leverde Rehoboth een nieuw schoolgebouw met vijf leslokalen op, dat op 5 oktober van dat jaar in gebruik werd genomen.

Omdat de gereformeerde inbreng in het bestuur- en personeels- bestand voortdurend toenam, ging men in De Krim steeds meer spreken van ‘de gereformeerde school’. Mede hierdoor kwam vanuit de Hervormde kerkenraad de wens naar voren een eigen Nederlands Hervormde school te stichten. Dat was, zo betoogde initiatiefnemer dominee F.J.A. de Jagher tijdens een eerste bijeenkomst, van groot belang, ‘zoodat school en kerk bij elkander aansluiten’. Zes ijveraars hielden in december 1930 een handtekeningen actie en berichtten de kerkenraad, dat er ‘voor drieenveertig leerlingen bijna allen van de Openb. Lag. School’ op een officiele lijst was getekend. Op 2 februari 1931 bleek op een door De Jagher bijeengeroepen vergadering, dat de lijst nu al drieenzeventig namen telde, ook van kinderen, die bij Rehoboth waren ingeschreven. Er werden een schoolvereniging gesticht, die zich aansloot bij de landelijke (Hervormde) Vereniging voor Christelijk Volksonderwijs (CVO) en onder voorzitterschap van de dominee werden de vereiste stappen ondernomen. Als men voldeed aan de voorwaarden in de wet gesteld, moest het gemeentebestuur immers meewerken aan de totstandkoming van de nieuwe school.

Dat vielen de heren, dames ‘bestuurden’ nog niet, echter niet mee. Het gemeentebestuur van Gramsbergen voelde er niets voor de kosten van een tweede christelijke school in De Krim voor zijn rekening te nemen. Er was er immers al een er was nooit iets gebleken van een verschil in opvattingen. De gemeenteraad was het er mee eens en nam het besluit medewerking te weigeren. Op aanraden van het landelijk bureau van CVO ging het bestuur in beroep bij Gedeputeerde Staten, die het raadsbesluit vernietigden. Hierop ging de gemeenteraad op zijn beurt in beroep bij de Kroon, dus bij de Raad van State. Deze bleef bij de beslissing het raadsbesluit te vernietigen en zo werd de gemeente Gramsbergen alsnog verplicht mee te werken aan de totstandkoming van de Ned.Hervormde school in De Krim. De aanvrage voldeed ? immers aan alle in de wet gestelde voorwaarden! Het gemeentebestuur zegde, ‘nu de Kroon beslist had’, alle medewerking toe.

Het bestuur zette er vaart achter.Op 10 maart 1932 werd de heer C. Benus, onderwijzer in Stadskanaal, benoemd tot hoofd der school en op 31 mei ‘s avonds werd een wijdingsbijeenkomst in de Hervormde kerk gehouden. De dag daarop, op woensdag 1 juni 1932, begon Ned.Hervormde school van De Krim met zesennegentig leerlingen en drie leerkrachten in een noodgebouw aan de Parallelweg 36 haar bestaan. Maar door financiele problemen van het gemeentebestuur, waaruit verschillende beroepskwesties voortvloeiden, duurde het nog tot 1935 voor het nieuwe schoolgebouw kon worden geopend. De school telde toen honderddertien leerlingen. De heer Benus bleef twintig jaar aan de school verbonden. Ook hij zette zich extra in voor de dorpsgemeenschap en op zijn initiatief werden op sportgebied verschillende verenigingen opgericht.

Tientallen jaren zouden de twee christelijke scholen naast elkaar blijven bestaan, de gereformeerde Rehoboth en de Hervormde school. Merkwaardig was, dat beide groeperingen elkaar wel konden vinden in het kleuteronderwijs, waardoor eind jaren zestig de algemene christelijke kleuterschool ‘In de dop’ tot stand kwam. In het bestuur ervan zaten bestuursleden van de beide lagere scholen. In de jaren zeventig werden af en toe fusiepogingen ondernomen, die tenslotte uitmondden in besprekingen. Pas in 1981 kwam na moeizame onderhandelingen de eenwording tussen beide lagere scholen en de kleuterschool tot stand. De heer H.E. Westerling, sinds 1975 hoofd van de Hervormde school, werd hoofd van de nieuwe algemeen christelijke school, die voorlopig gehuisvest bleef in de drie bestaande gebouwen. Tien jaar later, op 22 april 1991, werd op de plaats van de voormalige kleuterschool een nieuw gebouw met negen lokalen in gebruik genomen. Deze school kreeg als officiele naam:’Christelijke Basisschool De Bron’ en telde toen tweehonderd leerlingen en dertien leerkrachten.

Kaderstukje: Het Dokter Jagerbad

Dokter Jager was ook actief betrokken bij de stichting van het eerste zwembad aan de Molenwijk. Schipper Hendrik Sloots, die bij een ongeluk op zijn eigen schip een been was kwijtgeraakt en daarom postbode was geworden, werd nu ook badmeester. Dat kon zonder bezwaar in deze badinrichting, vond dokter Jager. Het zwembad werd door iedereen gemakshalve het Dokter Jagerbad genoemd.