Henk en Hanneke

Henk en Pa de Jonge hebben het uitstekend naar hun zin op de beurs in Dalen. Vooral Pa gedraagt zich als een royale, breedsprakige gastheer, niet weinig gesteund door het feit, dat hij zoveel mensen zo goed kent. Burgemeester Hoffscholte besteedt uitgebreid aandacht aan de stand van Edoprint en wordt verrast met een kleine, doch smaakvolle attentie. Alles verloopt naar wens en ook Ma de Jonge en Hanneke, die regelmatig aanwezig zijn, glimmen van trots. De wat gezapige voldaanheid wordt echter plotseling verstoord door Pa, die zegt een tip gekregen te hebben, dat aan de Schoolstraat een leegstaand winkelpand, een voormalige supermarkt, te koop is. Ze moesten er maar eens heen, Henk en hij, oppert hij.

Dat staat gelijk met de beslissing er heen te gaan en de heren laten de stand even over aan de zorgen van Ma en Hanneke. Het duurt niet lang of ze komen laaiend enthousiast terug. “We kunnen ‘t hele bedrijf wel in dit pand opzetten, verhuizen naar Dalen! “, klinkt het als uit een mond.

“Ben je gek geworden! ‘t Is veel te groot!”

De dames gaan nu ook kijken en zij zijn bij terugkomst heel wat minder begeesterd. “Ben je gek geworden! ‘t Is veel te groot! Van voor naar achter is het pand wel veertig meter lang! Wat moeten we ermee?”. Zo luidt ongeveer het gemeenschappelijk commentaar. Maar Pa de Jonge is al niet meer te houden. Hij neemt contact op met de eigenaar, de familie Velthuis en gaat naar de bank. Snel daarop is er een voorstel om de helft van het pand te kopen; de andere helft behoudt dan de oude bestemming als woonhuis en drogisterij van de familie Velthuis. Hanneke en Henk kunnen boven de zaak gaan wonen en zo zegt hij bescheiden: “Wij gaan dan wel achterin! “. Hij heeft ook al zelf een tekening gemaakt van de te realiseren woonvoorziening “achterin”. Met behulp van losse systeemwanden kan dat deel van het pand zo veranderd worden in een kleine woning.

Voor dit geweld van woorden en aangedragen oplossing bezwijken ook de dames. Edoprint en de families De Jonge verhuizen naar Dalen. Dichterbij de geachte clientèle, veel meer ruimte en beide gezinnen direct wonend bij het bedrijf, dat is de grote winst. De nieuwe buren Hillie en Ewald Velthuis worden al snel gewaardeerde vrienden van de nieuwe bewoners van de Schoolstraat. Ook hier zal in de loop der jaren worden bewezen, dat een goeie buur beter is dan een verre vriend. Bij de realisering van de verbouwingen blijkt ook nu weer het belang van de goede contacten van Pa met het gemeentehuis, want de ambtelijke molens malen extra snel.

De verkoop van het pand in Dalerpeel baart eerst nog zorgen, maar die zijn dat toch ineens wonderlijk snel opgelost. Als de koop in Dalen op een maandag beklonken wordt, komt op vrijdag daarna het verlossende bericht, dat de beoogde gegadigde accoord gaat met de prijs en de gestelde voorwaarden voor het oude huis. Er kan gebouwd en ingericht worden in Dalen.

Binnen drie weken is de door Pa de Jonge bedachte verbouwing uitgevoerd. Neef en aannemer Ko Wolterink uit De Krim (zoon van Evert en Roelofje) zorgt voor een uitstekend resultaat De machines worden overgebracht en de twee gezinnen verhuizen. Voor de drukkerij, aan de straatkant, wordt nog een winkel in kantoorbenodigdheden en schrijfbehoeften ingericht. Die is als service voor de klanten bedoeld en hij vermindert ook de drempelvrees, want je loopt niet zomaar een drukkerij binnen. Ma de Jonge zal hier voorlopig de scepter gaan zwaaien. het taxibedrijf, inmiddels Daltax genoemd, is ook naar Dalen verplaatst. Dat neemt niet weg, dat Piet Vos zoals gewoonlijk zijn ritten vanuit Dalerpeel blijft maken. Tenzij de omstandigheden anders vereisen.

Op vrijdag 21 september 1984 wordt de opening verricht en uiteraard mag burgemeester Hoffscholte dat weer doen. Hij trekt een gordijn voor de etalages weg, waardoor het nieuw bedrijfspand onthuld wordt. De heren en mevrouwen De Jonge recipiëren die middag voor de zakelijke relaties en de volgende dag voor de klanten. Er komen ruim driehonderd mensen.

‘t Is fantastisch.

Ook de nieuwe lokatie in Dalen moest geopend worden door de burgemeester.

Deze belangstelling komt ook tot uiting in bestellingen Henk heeft al voor de opening zoveel te doen, dat hij zelfs een deel van zijn orderpakket moet uitbesteden aan een collega in Hollandscheveld . Die samenwerking duurt ook nu nog steeds voort. De schrijvende pers is ook onder de indruk van het nieuwe bedrijf en vermeldt o. a. dat het een hele stap is van pand te veranderen. De heren De Jonge gaan daar bepaald niet onder gebukt want, zo wordt Henk geciteerd: “Zonder optimisme ben je nergens! “. De toekomst zal hem gelijk geven.

Pa De Jonge, we merken het regelmatig, is een mand die van doortastende beslissingen houdt. Hij woont nu in Dalen en wil zich dan ook aan zijn nieuwe omgeving gaan wijden. Er wacht weer een uitdaging op hem. Inburgeren! Om vrijer te zijn, bedankt hij op stel en sprong voor al zijn Dalerpeelse functies. Alleen van de Breiberger Muzikanten blijft hij lid. In Dalerpeel heeft men met verbazing kennis genomen van het snelle vertrek van de familie De Jonge. Eigenlijk zijn er nogal wat mensen teleurgesteld, want “Jans” deed zoveel in het dorp en nu laat hij hen “zomaar in de steek”. Ze zeggen het niet, maar laten het hem wel door hun soms afwerende houding voelen en dat stelt Johannes de Jonge dan weer teleur.

Maar het leven gaat verder en het duurt niet lang of De Jonge’s voelen zich al echt thuis in hun nieuwe omgeving. Er worden nieuwe contacten gelegd en vriendschappen gesloten. Pa de Jonge en Henk besluiten in de nieuwe situatie nu ook hun zakelijke verhouding officieel te gaan regelen. De bestaande samenwerking wordt nu vastgelegd in een V. O. F., een “vennootschap onder firma”, en hebben nu dus beide ook op papier gelijke rechten binnen Edoprint. In feite wordt de bestaande toestand gereglementeerd, want Henk beslist inmiddels al volledig mee.

Hanneke en Henk gaan studeren. Ze willen diploma’s gaan halen, diploma’s die hen in staat zullen stellen in de toekomst Edoprint over te nemen en zelfstandig voort te zetten. Voor Henk is het heel belangrijk, dat zijn vrouw dezelfde opleiding volgt, want hij zal nu wel moeten leren. En… ze hebben succes. In 1987 behalen ze allebei het diploma Grafisch Assistent-calculator en daarna ook Management Basiskennis. Aan ‘t eind van dat jaar doen ze ook nog examen voor het diploma Zelfstandig Bedrijfsvoerder en ze slagen opnieuw.

Het vernieuwde Edoprint neemt een steeds hoge vlucht en de beide vennoten krijgen het steeds drukker. Tot de werkzaamheden van Pa behoort ook vaak het afleveren van drukwerk en het doen van kleine boodschappen. ‘t Gevolg is dat het taxibedrijf hem steeds meer als een molensteen om de hals gaat hangen. ‘t Bedrijfje opheffen zou het gemakkelijkst zijn, maar dat kan natuurlijk niet, want dan zou Piet Vos werkeloos worden.

Bovendien heeft deze een uitstekende naam als ziekenvervoerder opgebouwd, waardoor veel patiënten, die naar ‘t ziekenhuis of naar een kliniek moeten, naar hem vragen. “Nee, Piet kan niet gemist worden”. Gelukkig wordt er een goede oplossing gevonden, nadat het taxibedrijf Kikkert in Nieuwlande Daltax wil overnemen. In 1987 wordt hiervoor overeenstemming bereikt en Pa De Jonge neemt afscheid van zijn auto’s. Piet Vos gaat over naar de nieuwe werkgever en zo is alles uitstekend geregeld. Tekenend voor de goed verstandhouding met het gemeentebestuur van Dalen is dat hoofdambtenaar Bertus Groefsema als feestelijke overdrachtceremonie de taxivergunning van Pa de Jonge inneemt en vervolgens overhandigt aan Kikkert. “Piet Vos”, schreef de krant, “stond erbij en keek ernaar! “.

De feestelijke overdrachtsceremonie van de taxivergunning.

Johannes de Jonge te Dalen krijgt op 28 april 1989 koninklijk loon naar werken. Hij is ijverig bezig in de drukkerij, als zijn vrouw hem naar achter in de huiskamer roept . Daar staat tot zijn stomme verbazing het voltallige College van B. en W. op hem te wachten. Burgemeester Meerburg houdt een toespraak, waarin Johannes verdiensten voor kerk en maatschappij breed worden uitgemeten en vermeldt tenslotte dat het Hare Majesteit de Koningin behaagd heeft hem de gouden medaille in de orde van Oranje Nassau te verlenen. Hierna speldt hij hem het eremetaal op de brede borst. Johannes gedraagt zich bescheiden, maar in zijn hart is hij geroerd en vindt hij het prachtig.

In juli van dat jaar krijgt hij een waarschuwing “naar werken! “. Hij heeft plotseling hartklachten en belandt in het ziekenhuis. Gelukkig valt ‘t allemaal mee, maar hij zal toch kalmer aan moeten gaan doen. Toevalligerwijs heeft Hanneke kort daarvoor al besloten haar baan bij dokter Olthof op te geven. Ma de Jonge krijgt het ook veel te druk in de winkel en de werkzaamheden in de drukkerij blijven ook alsmaar toenemen. Gelet op Pa’s verminderde inzetbaarheid, is haar komst des te meer gewenst. ‘t Gaat haar wel aan het hart, want ze doet haar werk in De Krim heel graag. Maar aan de andere kant, hier ligt haar toekomst.

Er gaat nog meer veranderen. Henk en Hanneke besluiten definitief te stoppen met de optredens dan de bandparodist “Picolo”. ‘t Is gekkenwerk geworden. Jachten, jagen en vliegen na het werk om steeds maar op tijd te zijn, want de actieradius is enorm vergroot. Ze reizen in de weekenden door geheel Nederland. “Van Tietjerksteradeel tot Utrecht”, zegt Hanneke nu lachend, maar daar komt het wel op neer. Er wordt voornamelijk opgetreden in Noord en Oost Nederland, maar ook in Den Bosch, in Velp en in Duitsland om maar eens iets te noemen. Het succes is groot, mar de prijs is navenant hoog. Op de heenreis gaat alles altijd nog wel goed, maar de urenlange ritten na afloop zijn fnuikend.

Eigenlijk zijn ze ‘t allebei zat! Ze werken tot 31 december 1989 nog alle boekingen af en met ingang van 1 januari 1990 wordt geen enkele afspraak meer gemaakt. Dan is het ook definitief afgelopen. Nu zes jaar later kijken ze er weer met veel genoegen op terug. Twee stelregels van Pa de Jonge zijn altijd strikt in acht genomen. Al heel vroeg heeft hij tegen Henk gezegd: “Wat je ook doet, je moet nooit iemand beledigen. Als dat ook maar bij een toehoorder het geval is, heb je een slechte avond! “. Een gouden regel! Het tweede principe is, dat ze nooit op zondag zijn opgetreden. Niet alleen voor henzelf, want er moet altijd op maandagmorgen weer vroeg gewerkt worden, maar ook voor Pa. Ze weten, dat ze er hem en Ma groot verdriet mee zouden doen.

Bijna 10 jaar ervaring in de apotheek zal Hanneke later goed van pas komen.

Zo is het jachtige nachtwerk ten einde gekomen en het is een bewuste keuze geweest. Het leven, althans het gezinsleven, wordt rustige, maar de zaak blijft toch steeds meer aandacht opeisen. Gelukkig is in 1986 de eerste medewerker in persoon van Rene Bonn aangesteld. Hij is er speciaal voor de voorbereidende drukwerkzaamheden, zoals de opmaak (lay-out) en het zetwerk van de te drukken orders. Rene brengt tevens een groot stuk vakkennis mee betreffende het werken met originele Heidelberg degel. Toevalligerwijs hebben Pa en Henk enkele maanden daarvoor zo’n degelpers gekocht. Dat komt dus mooi van pas. Er zijn echter vaak zoveel extra “haastklussen”, dat Henk ‘s avonds en in de weekends nog genoeg te doen heeft.

Johannes gedraagt zich bescheiden.

Per 1 januari 1990 trekt Pa de Jonge zich terug uit het dagelijkse drukkerswerk. Hij helpt nu alleen als hij er zin in heeft of als het hem gevraagd wordt. En als Hanneke en Henk met vakantie gaan, vallen Pa en Ma voor hen in, dat spreekt vanzelf. In november 1990 wordt Henk Kuik als drukker in dienst genomen en er werken nu dus elke dag drie mensen in de drukkerij, terwijl Hanneke de administratie en winkel onder haar beheer heeft. Dat is bepaald geen luxe, want er komt steeds meer vast werk van klanten, die wekelijks of maandelijks verzorgd moeten worden met speciale uitgaven. In 1992 komt daar ook nog een belangrijk nieuw blad bij. Door een samenloop van omstandigheden krijgt Henk het ook nog in eigen beheer. Sinds jaar en dag bestaat er een Dalens informatiekrantje met de toepasselijke naam “Lelie van Dalen”. De redactie hiervan raakt hoe langer hoe meer in personeelsproblemen en daar het gemeentebestuur en diverse belangenverenigingen de Lelie vaak gebruiken voor allerlei mededelingen, willen de autoriteiten het blad graag behouden. Om dit te bereiken wordt de volgende oplossing gevonden. Henk zal wekelijks een nieuw blad onder de naam “Daler Post”huis aan huis in de hele gemeente laten verspreiden en hij neemt zelf de exploitatie voor zijn rekening. Van de “Lelie van Dalen” zullen eenmaal per twee weken vier pagina’s ingevoegd worden, waarvoor de gemeente een vast bedrag betaalt. “Het gaat harstikke goed! “, zegt Henk direct na de aanbieding van het eerste exemplaar van de Daler Post aan burgemeester Meerburg. En ook hier weer zal zijn optimisme bewaarheid worden.

De drukwerkmarkt groeit. In Dalen maar ook in de wijde omtrek. Op 1 juli 1992 treedt een nieuwe medewerker, de drukker Johannes Hölscher, in dienst. Kort na diens aanstelling wordt een echte Heidelberger offsetpers aangeschaft. Een flinke investering, maar de “droom” voor elke offsetdrukker. Op dit paradepaardje van Edoprint worden vanaf dat moment ook full-colour drukwerken vervaardigd.

Hanneke doet nog een cursus etaleren en krijgt de oorkonde, die verklaart, dat zij de opleiding met goed gevolg heeft doorlopen, zonder problemen uitgereikt. Niemand heeft ook anders verwacht!

Pa de Jonge gaat in deze tijd een nieuwe uitdaging aan. Samen met drie andere Daler “Oud-Indiëgangers” komt hij op het idee in Dalen een reünie voor lotgenoten te organiseren. Ze vormen een comité, dat ze Dametin noemen; naar de naam van het Dalense blaadje, dat het indertijd in het verre tropische land van streeknieuws voorzag. De reünie wordt een succes en tot een jaarlijkse gebeurtenis, die een steeds indrukwekkender omvang aanneemt. Zo wordt in 1994 een beeld van een gewone, in Indië dienstdoende soldaat in het centrum van Dalen geplaatst. Het wordt op 2 juli door mevrouw Spoor, weduwe van de Nederlandse commandant, onthuld. Vele honderden Indië-veteranen zijn daarbij aanwezig.

Ook Hanneke en Henk zijn betrokken bij activiteiten buiten het bedrijf. Het bekende Drentse Duo Karst, dat ze in de de Picolo-periode goed hebben leren kennen, vraagt hen mee te werken aan de totstandkoming van zijn kerstshows. Dat is een kolfje naar hun hand. Nu kunnen ze hun liefde voor het toneel weer botvieren door ideeën aan te dragen, decors te ontwerpen en uit te voeren en de shows te regisseren.

Henk werpt zich in het zakelijke verenigingsleven. Hij neemt zitting in de Stichting Zomermarkten en heeft hierin een zeer actief aandeel. Het bestuur van de Handelsvereniging voor Dalen en omstreken kiest hem tot zijn secretaris. Een tijdrovende functie, die hem toch veel voldoening geeft.

Omdat Pa de Jonge in 1990 “uit het bedrijf is gestapt”, is Edoprint nu enkele jaren weer een eenmansbedrijf. Gezien de groei besluiten Henk en Hanneke in 1994 hun zaak onder te brengen in een besloten vennootschap met Henk als enige aandeelhouder onder de naam “Drukkerij Edoprint b.v.”.

Een nieuwe ontwikkeling gaat een nieuwe uitdaging vormen. Plannen om te komen tot een winkelcentrum achter de drukkerij nemen steeds vastere vormen aan en Henk en Hanneke zijn ondernemer genoeg om hier tijdig en doelgericht op in te spelen. Er wordt contact gezocht met de familie Velthuis, die haar drogisterij Annico inmiddels in het pand achter het woonhuis heeft ondergebracht. Na enkele gesprekken wordt overeengekomen de winkel van de drogisterij en die van de kantoormaterialen straks na realisering van het nieuwe winkelcentrum samen te voegen. Hanneke, die de drogisterij zal gaan drijven, moet dan eerst nog wel het vereiste vakdiploma halen. Dat doet ze dus en in september 1994 gaat ze een tweejarige avondcursus volgen. Om zich in de dagelijkse praktijk te bekwamen, staat ze af en toe met Hillie Velthuis in de drogisterij achter de toonbank en heeft daarom minder tijd voor de eigen zaak. Er wordt dus een meisje gezocht voor de winkel en voor andere voorkomende werkzaamheden. Hanneke kent wel iemand, die haar geschikt lijkt. ‘t Is Lammie Ruinemans van de Gluvinksweg, die zojuist van school gekomen is. Ze belt haar op en Lammie, snel en goed gebekt, reageert zonder verder te luisteren met: “Ik heb al vakantiewerk! “. Als Hanneke daarop zegt: “Maar ik bied je vast werk aan! “, blijft het even stil aan de andere kant. Dat is heel wat anders, dat wil Lammie wel. Graag zelfs!

Zo wordt Lammie Ruinemans het vierde personeelslid en zij blijkt evenals haar drie voorgangers weer een gelukkige keus. Ze vormen een goed team, de zes mensen van Edoprint. De verhoudingen zijn collegiaal en onder het koffiedrinken wordt veel besproken, maar ook gelachen. Plezier in het werk is belangrijk. Uitputtende vergaderingen zijn uit den boze, want ook Henk de Jonge heeft een hekel aan gezeur en ook hij houdt van snelle beslissingen. Dus vindt het meeste overleg op de werkvloer plaats, waardoor iedereen snel weet, waar hij aan toe is.

Op 18 juni 1996 slaagt Hanneke voor het vakdiploma Drogisterij met de eindcijfers 7,5 en 8,3. Ze kan nu volledig bevoegd aan het werk in de drogisterij. Eerst echter komt de verbouwing, die inpassing in het nieuwe winkelcentrum moet bewerkstelligen. Met alle rompslomp van dien!

Wat gaat er gebeuren?Om te beginnen wordt het pand van de drogisterij ontruimd om een ingrijpende verbouwing te kunnen uitvoeren. Alle artikelen worden met veel kunst en vliegwerk ondergebracht in de kantoormaterialenwinkel, terwijl de nood-unit naast het bedrijf wordt geplaatst. Deze moet tijdelijk dienst doen als ontvangstruimte voor de cliënten, maar ook als kantine voor het personeel. Pa en Ma de Jonge moeten hun huisje uit. Dat vinden ze niet erg, want Henk en Hanneke hebben de woning naast de drukkerij gekocht. Johannes en Bartha verhuizen al in augustus 1996. Het achterste deel van hun voormalig onderkomen wordt verwijderd om zo een aaneengesloten wand te krijgen, die als winkelpui zal gaan fungeren. Zo is de voormalige achterkant van het bedrijf nu de voorkant, waarin ondergebracht twee winkels, die prachtig aansluiten bij het nieuwe centrum. De drukkerij blijft op haar plaats, maar de kantoren worden wel vergroot. De voormalige winkelruimte zal dienst gaan doen als ingang van het bedrijf.

Tot december is het dus behelpen geblazen, vooral voor Hanneke in haar propvolle noodwinkel. Een periode, waarin velen een helpende hand toesteken. Onmisbare krachten “achter de schermen” blijken daarbij naast de ouders van Henk ook Pa en Ma Oldebeerlink te zijn.

Nu, na de officiële heropening in december 1996 is het verbouwingsleed geleden. Een prachtige nieuwe winkelruimte, waarover Hanneke de dagelijkse leiding zal hebben, is tot stand gekomen. En Henk neemt zoals gewoonlijk de drukkerij voor zijn rekening.

Goede ondernemers zijn het…

 

En ze zitten niet stil….

Henk en Hanneke – van de stencilmachine tot de drukkerij en de drogisterij. Evenals hun voorgaande geslacht Johannes en Bartha – van de houten keet tot de drukkerij en de winkel. Evenals het daarvoor voorgaande geslacht, Roelof en Albertje – van de veenarbeid in loondienst tot het eigen bedrijfje! Ondernemers!

Dit boek is opgedragen aan..
Iedereen die de afgelopen 20 jaar heeft meegeholpen ons bedrijf te laten groeien tot dat wat het nu is!

Uitgave en copyright:
November 1996 – Drukkerij Edoprint b.v. – Schoolstraat 8 -7751 GJ Dalen.

Tekst:Huib D. Minderhoud.
Ontwerp omslag: Mariëtte van Oort